Was je als kind al bezig met taal of met tekenen? Als kind schreef ik geen versjes of zo, maar ik tekende wel heel graag. Ook handwerkte ik graag. Dat doe ik af en toe nog wel, vaak met de thema’s bloemen en dieren, want daar houd ik van. Deze thema’s komen ook vaak in mijn gedichten voor. Ook schreef ik enkele verhaaltjes voor kinderen, maar die zijn nog niet helemaal af.
Wanneer ben je gaan dichten en hoe kwam je daartoe? Mijn vader schreef vroeger leuke sinterklaasgedichtjes; vaak een heel A4-tje per gedicht. Ook schreef hij gedichten ter gelegenheid van verloving, huwelijk e.d. Toen ik ca. 12 jaar was, dacht ik dat ik dat misschien ook zou kunnen. Ik zat toen net op de mavo en daar moesten we voor de sinterklaasviering een leuk gedichtje bij het te geven cadeau doen. Dat lukte heel vlot. Sindsdien schreef ik wel vaker een gedichtje voor bij een cadeautje of zomaar. Vanaf ca. 1999 ben ik serieus gaan schrijven. Dan bedoel ik: rekening houdend met de gebruikelijke dicht- en rijmvoorschriften. En soms gebruikmakend van de dichterlijke vrijheden. Ik schrijf over allerlei onderwerpen. In eerste instantie voor mijn eigen plezier. Maar kennissen en proeflezers vinden de gedichten zó goed, dat ik ze openbaar maak. Later wil ik ze ook bundelen (per thema) en die bundels ter verkoop aanbieden. Ik schrijf vooral grappige, goed te begrijpen verhalende verzen. Soms ook zeer korte gedichten van maar 3 of 4 regels. Met mijn gedichten probeer ik de lezers te laten lachen of glimlachen, hen even de eventuele sleur van alledag te laten vergeten. Ook probeer ik middels mijn dierengedichten de lezers meer gevoel, begrip en liefde voor dieren in het algemeen te geven. Soms schrijf ik een gedicht in opdracht. Dat kan over diverse onderwerpen gaan. Ik heb al diverse keren voor publiek uit eigen werk voorgedragen en ik kreeg goede kritieken. Ruim 75 gedichten van mij verschenen in regionale kranten.
Ik heb in 2018 meegewerkt aan de bundel "Schrijven als tweede natuur" van De Kneep.